Uitgave: januari 2006
Een huwelijk te Veur in 1778
Hoe meer man en vrouw elkander soenen willen...
In het Leidschendam van eind 18-de eeuw was de heer Jan Anthony Prijn geen onbekende. Hij speelde onder meer een belangrijke rol (eerst als lid, later als voorzitter) in het 'Comité Revolutionnair', dat zich begin 1795 tot de bevolking van de toenmalige gemeenten Veur en Stompwijk richtte met de mededeling dat het de oude regering naar huis had gestuurd en een nieuw dorpsbestuur had benoemd. Kort daarna werd op zijn initiatief de Franse generaal Van Osten benaderd met het verzoek de inkwartiering van Franse soldaten in de toenmalige gemeenten Veur en Stompwijk beter te regelen; men was bevreesd niet voor voldoende proviand voor de manschappen en hun paarden te kunnen zorgen. Kort daarna vertrokken de Franse troepen uit beide gemeenten.
In datzelfde jaar werd Prijn gekozen als president van de civiele rechtbank en werd hij als 'brandmeester' aangesteld. Ook volgde een benoeming tot commandant van de nationale garde (de 'Burgerwacht'). Onder het pseudoniem J. Onbevreesd schreef hij in het in die tijd verschijnende schotschrift De Politieke Kruyer kritische ingezonden brieven over het handelen van lokale regenten. In 1794 nam hij samen met zijn echtgenote het initiatief tot de bouw van twee achtkantige houtzaagmolens (waarvan de ene later de naam De Salamander kreeg, de andere De Hoop) en 'een nieuwe herenhuisinghe genaemt Windlust', de in 1992 afgebrande 'villa Windlust' aan de Vliet. Prijn verdiende veel geld in de houthandel.
Op 18 augustus 1778 was hij getrouwd met Stephana Zoodaar, dochter van een houtkoper in Zoeterwoude. Een aantal jaren geleden ontdekte de Leidschendammer Nol Overvliet op een veiling in Haarlem een boekje met de titel Egt-zangen, ter geleegendheid van 't huwelyk van den heer Jan Anthony Pryn en mejuffrouw Stephana Zoodaar, te zamen in den egt verbonden den 18 augustus 1778. Het bleek een wensgedicht te zijn dat ene G. Heyveld, die op die dag kennelijk is opgetreden als ceremoniemeester, voor het jonge paar heeft geschreven en voorgedragen. De heer Overvliet, verzamelaar van documenten die betrekking hebben op Leidschendam, kocht het boekje voor ongeveer 100 gulden. 'Ik vermoed dat het gedicht destijds - de heer Prijn en zijn bruid waren vermogende mensen - in druk is uitgegeven en 66n exemplaar aan de tand des tijds is ontkomen.'
Waar het huwelijksfeest destijds in Veur is gehouden, is moeilijk te achterhalen. Uit de strofe 'Ons dunkt gy segt, nu heb ik schoon plysier/ Aan dezen Leydse Dam, wat vreugd op winden lust/Waar onze bruidegom, zyn bruidje wel eens kust/ Hier op het groote Plyn, en daar het Vlietje stroomt/' meende Overvliet te mogen opmaken dat het feest heeft plaatsgevonden op het pleintje voor de villa Windlust, maar met de bouw van deze villa werd pas in 1794 een begin gemaakt. Hoe het ook zij, uit de woorden 'hier te zaam by Veur' mogen we concluderen dat het huwelijksfeest in elk geval in of in de nabijheid van Veur is gevierd.
Huize Windlust, omstreeks 1794 door J.A. Prijn gebouwd, op een foto uit 1967
Het wensgedicht luidt als volgt:
'Hoe wonder is Gods raad, om ook byeen te voegen
Twee harten eensgezind, en dat met veel genoegen
Van vrienden wederzyds, waarom wy vrolyk zyn,
En wenschen alles toe, aan bruidegom Jan Pryn,
Met zyn 'geliefde bruid zyn dierbare Zoodaar,
Op heeden zyn die twee verbonden aan malkaer;
Op heeden hebben zy elkander trouw gezwooren,
En wenschen allebei, dat niets haar liefde stooren,
0! neen geliefde paar! dat u veel zegeningen,
Van godes milde hand, geduriglyk omringen:
Leeft vrolyk, vergenoegd; vergeet uw maaker niet,
Denkt; alles koomt van god, die 't opperste gebied,
Ook heeft in uwe trouw,en dezen uwen staat
erkent dit toch altoos, hoe dat het met u gaat!
Ai! overweeegt het eens, wie heeft u t'zaam gebragt?
Alleen Gods wys bestel, te weinig overdagt,
En zou die goede god, uw liefde niet vermeeren?
En uwen egten staat niet grootelyks ver6eren?
Met spruiten mogt het zyn die om uw tafel staan,
Of zitten aan uw zy' of wandlend met u gaan,
Op dat gy zeggen moogt: hier zyn nu de juweelen,
Die tot ons blydschap zyn; ja onze harten steelen,
En wat nog boven dien, kan strekken tot uw' vreugd
Dit alles wenschen wy, die hier nu zyn verheugd,
Komt ouders wedersyds, en bruigoms grootevader
En vrienden na den rang, verblyd u al te gader,
Neemt deel in deeze vreugd, juich hier te zaam. by Veur
En op de bruiloft van een klynzoon van beer Breur,
En van heer Zoodaar oudste dogter hier
Ons dunkt gy segt, nu heb ik schoon plysier,
Aan dezen Leydse Dam, wat vreugd op winden lust
Waar onze bruidegom, zyn bruidje wel eens kust,
Hier op het groote Plyn, en daar het Vlietje stroomt
Daar bruidje Zoodaar kust haar Jantje onbeschroomt;
Dit mag alsoo geschien en doet de liefde bloejen
En in den echtenstaat, de liefde als opgroejen,
Hoe meer dat man en vrouw, elkander soenen willen
Hoe minder dat zy zullen komen in verschillen,
Doch dit is nog een wensch die al de vrienden doen
Soo 't eens verschillen mogt, geeft dan elka6r een soen,
En die haast niet verschilt, en voor 't eerst zig wagt
Leeft aagenaam en bly, zeer vriendelyk en zagt,
Nu bruidegom en bruid, ons wensch en bede zy
Dat gy in godes gunst, lang levet alle bey
Gezegend na de ziel, voorspoedig in dit leeven
Om ook eens met Gods volk, en Jesus' bruid verheven,
Dien alderbesten trouw dien geestelyken band
Te sluiten en te binden aan Jesus' hart en hand,
Dan zult gy na dien trouw, dat al te boven gaat
Genieten voor altoos, een beter echten staat,
Die niet verbroken wordt, noch door de dood zal schyden
Om eeuwig God ten prys in hem to verblyden,
Met al de hemelrei en geesten overluid
Dit is ons hartewensch aan bruidegom en bruid.'
De bevolking van Veur werd in een soort bulletin rijmsgewijs over het huwelijk geïnformeerd:
'Aen de inwoonderen van den Leidschen Dam en Veur
by gelegenheid van het huwelyk van den heere
Jan Anthony Pryn en mejuffrouw Stephana Zoodaar,
voltrokken den 18 van de oogstmaand 1778
Huppelt Leidschendammenaaren!
Veursche lieden, toont uw vreugd!
Pryn en Zoodaar ryk van deugd,
Zullen tot uw heil thans paaren.
Zaagt gy Zoodaars huisgezin,
Door de zwaarste rampen drukken,
Thans ziet ge al die ongelukken,
Vlugten voor de prysb're min.
Wilt gods wys bestuuring pryzen,
Smeekt! ja smeekt, 6 hemelheer!
'Daal met uwen zegen neêr,
Toon dit paar uw gunstbewyzen.
Hoedt hen steeds voor tegenspoed;
Schenk hun 't zoetst van 't tydlyk leeven,
Maak door zegen aangedreven,
Mildelyk hunnen overvloed!
Schat dees waardige echtelingen,
Hong om hun verheven aart,
Maakt door vlyt u zelf zo waard,
Dat gy in hun gunst kunt dringen.
Zegent hen ten alien tyd,
Door uw arbeid, door uw handel,
Toont door een oprechten wandel,
Dat hun welvaart u verblyd!'
Dus kunt gy met grond verwachten,
't Heil van dit roemwaardig paar,
Die, ja zelf in 't grootst gevaar,
Kunnen al uw smart verzachten!
Leeft vergenoegd met deeze twee!
Tot het einde uwer dagen!
Word met hun verheugd gedragen,
In de plaats der zaal'ge vreê!'
Prijn en Zoodaar hebben niet heel lang van hun huwelijk genoten. Zoodaar overleed al in 1796. Prijn hertrouwde op 15 augustus 1797 met Maria Susanna Loncq uit Schiedam en overleed zelf in 1802. Uit zijn huwelijken zijn geen kinderen voortgekomen.
Jos Teunissen
Terug naar overzicht