Fietsen & Wandelen
Met Hendrik Brouwer Schut
Het Lien dat nog een hooggelegen strandwal was. Het strand daarnaast waar nu zo ongeveer de Heuvelweg ligt. Polders rond Stompwijk zeven meter hoger dan ze nu liggen. En denk je eens in wat een uitstraling het Damplein gehad zou hebben als het Raadhuis van Kropholler dááraan had gestaan. Fietsen met Hendrik Brouwer Schut betekent dat je ineens een heel ander Leidschendam voor je ziet: hoe het vroeger was of hoe het geweest had kunnen zijn.
Op de zonnige zondag 21 juni jl. maakten veel leden van de Vereniging Erfgoed Leidschendam hun jaarlijkse fietstocht langs historische plekjes van Leidschendam. Hendrik Brouwer Schut vertelde daarbij met verve over hun de geschiedenis. Bijvoorbeeld over het Lien waar vroeger een oude strandwal lag en waar na het afgraven van een metersdikke laag zand een vruchtbaar tuindersgebied ontstond. Over het Raadhuiskwartier met het Raadhuis van Kropholler, gebouwd in 1940 na het samengaan van de gemeenten Veur en Stompwijk. Over de Villa Buitenlust plus tuin – aan de Julianaweg - die het volgens hem beslist verdient behouden en hersteld te worden.
Over de vierkante vijver aan de Beatrixlaan die vroeger het eerste zwembad van Leidschendam is geweest. Hij liet zien hoe romantisch de oude Veursche Achterweg er vroeger heeft uitgezien: precies zoals het laantje dat je ziet ongeveer vanaf de garage van Ballering vanuit de Frekeweg richting Schakenbosch . Hij schetste de geleidelijke groei van Leidschendam. Eerst hier en daar wat oude boerderijen met knechtenhuisjes omheen. Daar kwamen dan woonwijkjes uit voort en die groeiden later naar mekaar toe. Hij vertelde over de tuinders die vanuit Loosduinen hierheen verhuisden en op de droge zandgronden van het Lien en boven kasteel Duivenvoorde met succes hun peentjes en sla verbouwden. Over de koeien die nog gewoon door de Vliet konden waden. Over waarom boerderij Westbosch twee kopse kanten naast elkaar heeft: twee zonen van boer Van den Bosch die beiden een deel van het bedrijf erfden eind 18-de eeuw en er allebei moesten kunnen wonen. Bij alle mooie oude boerderijen liet hij ons zien waar steeds de koele kelder voor boter en kaas op de koude noordkant lag. We zagen de lintbebouwing van Stompwijk met de zeer ingeklonken laaggelegen tuinen en polders in het veen daarachter. En hij vertelde dat er een paar honderd meter naast onze drie (oorspronkelijk vier) molens een tweede rij met vier molens heeft gestaan om de polders te bemalen.
Kortom, een hoofd vol leuke verhalen over het historische erfgoed van hun woonplaats voor de vele fietsers die van deze jaarlijkse tocht genoten!
Terug naar overzicht