Speciale aandacht
Buitenlust monumentale villa
Ondanks de opvatting hierover van de gemeentelijke monumentencommissie blijft de Vereniging Erfgoed Leidschendam van mening dat Huize Buitenlust aan de Koningin Julianaweg 23 te Leidschendam een monumentale villa is.
Het prachtige aanzicht van Huize Buitenlust en haar bomen in combinatie met de woonblokjes links en rechts ervan wordt door Leidschendammers zeer gewaardeerd. Huize Buitenlust is een villa met grandeur, een van de weinige in Leidschendam van rond 1900, een voorbeeld van de overgangsarchitectuur met elementen van chaletstijl en neorenaissance en historisch-geografisch van grote cultuurhistorische waarde: Veur werd door Rotterdamse notabelen gekozen als mooie landelijke buitenplaats, de villa had zoveel allure dat burgemeester Van Duyvendijk er vanaf het bordes het jaarlijkse koninginnedagdefilé afnam, het was vijf jaar lang een kindertehuis, er woonde een wijnkopersfamilie met een kelder vol wijnflessen en vanaf 1952 was de villa missieprocuur voor China en rusthuis voor teruggekeerde missionarissen.
In 1970 kwam de villa in handen van de gemeente Leidschendam. De fraaie serres en hoge schoorstenen werden afgebroken. Huize Buitenlust werd vervolgens gebruikt als stadskantoor. De bijbehorende tuinmanswoning aan de overzijde op nummer 64/66 bestaat ook nog steeds. In 1907 in opdracht van notaris Metz, eigenaar van Buitenlust , gebouwd voor zijn tuinman Kees Huisman (bron: kadaster). De overburen van villa Buitenlust (familie Verhoeff) vragen in 2007 de gemeente om Buitenlust op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Antwoord is dat alleen een vereniging of stichting dat kan doen. Daarop vraagt in 2009 de vereniging Erfgoed Leidschendam de beschermende gemeentelijke monumentenstatus aan voor Huize Buitenlust.
Twee loodsen op het schip
De gemeente stelt een eerste inventarisatielijst op(de zogeheten groslijst) van panden die in aanmerking komen als gemeentelijk Monument. Bureau TasT (voor tastbaar erfgoed) te Hollandsche Rading maakt hierop in 2005 op verzoek van de gemeente een aanvulling. Marina Laméris van TasT geeft daarbij aan dat ook villa Buitenlust een monumentwaardig pand is. De normale gang van zaken zou zijn dat TasT daarna opdracht krijgt een Redengevende Beschrijving te maken met daarin de argumenten waarom het pand als Gemeentelijk Monument kan worden aangemerkt.
Dit gebeurt nu echter niet. De reden hiervoor is bij navraag nergens meer zwart op wit te vinden. Als de monumentencommissie ( bestaande uit drie medewerkers van adviesbureau Dorp, Stad & Land te Rotterdam) in 2009 na de aanvraag van Erfgoed Leidschendam een beoordeling van de architectonische en cultuurhistorische kenmerken van de villa nodig heeft, wordt niet opnieuw bureau TasT gevraagd deze alsnog te leveren. Ditmaal krijgt adviesbureau Dorp, Stad & Land de opdracht.
In tegenstelling tot TasT uit 2005, vindt Dorp, Stad & Land dat Buitenlust niet op de gemeentelijke monumentenlijst thuishoort omdat het pand naar zijn mening bouwkundig (qua gaafheid en herkenbaarheid) te ernstig is aangetast. Erfgoed Leidschendam tekent hiertegen bezwaar aan bij de Bezwarencommissie van de gemeente. Maar de Bezwarencommissie baseert zich alleen op het nieuwe onderzoekrapport en dus wordt het bezwaar van Erfgoed Leidschendam tegen het verwerpen van de monumentenstatus ongegrond verklaard.
Formeel heeft de gemeente (die overigens als eigenaar van het pand belanghebbende is in deze zaak) de procedure gevolgd die voor aanvraag van een monumentenstatus staat. Maar toch blijven er knagende vraagtekens: waarom is niet gewoon aan bureau TasT gevraagd zijn argumenten voor de - destijds positieve – beoordeling van Buitenlust op papier te zetten? Op welke punten verschillen de twee bureau’s van inzicht en waardoor wordt dat verklaard? Waarom wordt alleen het negatieve rapport van Dorp, Stad & Land meegenomen door de bezwarencommissie?
Aap uit de mouw
Of is er iets anders aan de hand? Op 28 februari 2008 ontvangt de familie Verhoeff, die tegenover villa Buitenlust woont, een brief van oud-burgemeester Michiel van Haersma-Buma. Hierin schrijft hij over Buitenlust: “In de nieuwe gemeente Leidschendam-Voorburg is afgesproken de locatie gemeentekantoor te blijven reserveren voor mogelijke uitbreiding van het gemeentehuis. Uitvloeisel hiervan is ook dat dit gebouw niet op de gemeentelijke monumentenlijst is gezet”.
De gemeente wil dus haar handen vrij houden om op de plaats van Villa Buitenlust een nieuw stadskantoor te bouwen. Wat zegt nu de gemeentevertegenwoordigster tijdens de hoorzitting over de monumentwaardigheid van Buitenlust hierover? “Op het moment dat hij (= Van Haersma Buma) die brief schreef was hij geen burgemeester meer”. En dus zou zijn uitspraak niet meer tellen. Erfgoed Leidschendam vindt dit vreemd, want iets is waar of niet waar.
Alle parlementaire enquêtecommissies horen oud-ministers en oud-bestuurders en hun uitspraken blijven later beslist nog geldig. Dat geldt natuurlijk dus ook voor de uitspraak van oud-burgemeester Van Haersma Buma over wat de eigenlijke reden is dat Buitenlust de beschermende monumentenstatus niet mocht krijgen: niet vanwege de monumentaliteit maar omwille van de mogelijkheid de villa te slopen.
En nu?
Erfgoed Leidschendam heeft geen geld voor een rechtszaak, maar blijft hameren op behoud en restauratie van Buitenlust. Wat een verlies voor Leidschendam zou het zijn als dit monumentale pand met zijn unieke dakkapellen en de prachtige bomen zou verdwijnen van de Koningin Julianaweg. Het woord is nu in eerste instantie aan de lokale politieke partijen die zich moeten uitspreken over de locatie van een nieuw stadskantoor.
Wie wil zien hoe mooi Buitenlust na restauratie weer kan worden, gaat even naar het Erfgoed-Monumentenbordje van Buitenlust kijken. Het hangt helaas niet op de villa zelf omdat de gemeente als eigenaar daar geen toestemming voor gaf, maar staat in de voortuin van het huis aan de overkant op Koningin Julianaweg 62. Lezen, achterom kijken en hopen op redding.
Maryan Ouwehand-Pijs
Terug naar overzicht